In de Tweede Kamer vond donderdag 1 juli een surrealistisch toneelstuk plaats. Kamerleden van alle partijen hielden gloedvolle betogen over de fouten van De Nederlandsche Bank en vroegen zich hardop af of president Wellink niet moest aftreden.

De PVV diende zelfs een motie in waarin de minister van Financiën wordt gevraagd om Wellink te wippen.

Potsierlijk
Een potsierlijke vertoning, want er gaat maar één persoon over het wel of niet aanblijven van de president, en dat is Nout Wellink zelf. De Bankwet biedt nauwelijks mogelijkheden om hem te ontslaan. Alleen als Wellink ‘niet meer zou voldoen aan de eisen’ of als hij ‘op ernstige wijze tekort schiet’, kan de minister hem ontslaan.

Het gaat dan om de persoonlijke geschiktheid, reputatie en integriteit. Toezichtfouten in de organisatie waarvoor hij verantwoordelijk is, zijn onvoldoende reden voor ontslag. De conclusies van rapport Scheltema zijn daarvoor ook te weinig op de man gericht.

Wellink kan natuurlijk vriendelijk of onvriendelijk gevraagd worden om te vertrekken, maar een harde rechtsgrond ontbreekt.

Europese Hof
Bovendien: als de minister toch reden zou zien de bankpresident weg te sturen, heeft hij mogelijk de dag erna een proces bij het Europese Hof aan z’n broek hangen. In het Statuut van de Europese Centrale Bank (Artikel 14, lid2) staat het duidelijk te lezen:

"Een president kan slechts van zijn ambt worden ontheven indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten. Tegen een besluit daartoe kan de betrokken
president of de Raad van bestuur [van de ECB] beroep instellen bij het Hof van Justitie wegens schending van de Verdragen."

Krampachtige opstelling
Waarom doen de Bankwet en het ECB-statuut zo krampachtig over het ontslag van een bankpresident? Omdat we willen dat de ECB in volle onafhankelijkheid over het monetaire beleid kan beslissen.

Bij de oprichting van de ECB was het voor landen als Nederland en Duitsland van het grootste belang dat bijvoorbeeld de Franse of Italiaanse centralebankpresident niet stiekem marsorders van de politiek zat uit te
voeren. Politici hebben de neiging om kort voor verkiezingen voor lage rente te pleiten, waardoor de werkloosheid daalt, maar later – na de verkiezingen – de inflatie oploopt.

Om de inflatie laag en de euro sterk te houden moest de ECB koste wat kost onafhankelijk worden van de politiek. Maar het gevolg is dat de politiek Wellink bijna niet kan ontslaan. Ook niet als de reden voor het ontslag niets met het Europese monetaire beleid te maken heeft.

Stok achter de deur
Op papier is DNB als toezichthouder een zelfstandig bestuursorgaan, en moet de bank verantwoording afleggen aan de minister van Financiën en de minister van Sociale Zaken. Maar de ultieme stok achter de deur – ontslag bij falen – ontbreekt.

Wellink moet tegelijkertijd onafhankelijke monetaire autoriteit en dienstbare toezichthouder zijn. De schizofrenie van die positie bleek tijdens zijn moeizame optreden voor de Kamercommissie, woensdagavond 30 juni. Hij moest nederige onderworpenheid uitstralen, zonder zijn arrogante autonomie te verliezen. Ga er maar aan staan.

Radicale oplossing
Is er een oplossing? Ja maar alleen een radicale. Als de politiek de toezichthouder wil kunnen wegsturen, dan moet eerst het toezicht weg bij de centrale bank.

Verhuis de toezichtdivisie van DNB naar de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM doet nu alleen het gedragstoezicht (houden banken zich aan de regels), daar kan het prudentiële toezicht (zijn de banken sterk en
degelijk) van DNB best bij. In bijvoorbeeld Zweden en Finland is er ook maar een toezichthouder.

Overigens is het volgens de Wet op het Financieel Toezicht ook niet eenvoudig om de baas van de AFM te ontslaan. Maar dat kan de Kamer veranderen, zonder blokkade van EU of ECB.

Tegen de trend
Het weghalen van het toezicht bij DNB zou wel tegen de internationale trend ingaan. In Groot-Brittannië krijgt de centrale bank juist weer een grotere rol. In Ierland gaat de toezichthouder weer helemaal op in de centrale bank. En volgens de woensdag aangenomen Amerikaanse bankenwet krijgt de Federal
Reserve er een afdeling consumentenbescherming bij.

Er zijn dan ook goede redenen om toezicht en centrale bank te combineren. Bijvoorbeeld dat voor het monetaire beleid veel kennis over de staat van de banken nodig is.

Maar als de politiek een echte afrekencultuur in het toezicht wil introduceren, waarbij de toezichthouder ter verantwoording is te roepen, moet men die voordelen vergeten en het toezicht weghalen bij de monetaire
autoriteit.

Lees ook:

Opinie Kaj Leers: Wellinks positie nog niet veilig
Wie gaat Nout Wellink opvolgen?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl